levensloop


Op 29 november 1966 ben ik in Dirksland geboren als oudste van vier kinderen. Aangezien mijn beide ouders hervormd zijn (mijn vader is afkomstig uit Dirksland en mijn moeder uit Ouddorp), werd ik op 29 januari 1967 gedoopt in de Hervormde Kerk van Dirksland. Daar gingen we als gezin naar de kerk, volgde ik zondagsschool, catechisatie en jeugdvereniging en gaf daarna zelf nog een aantal jaren zondagsschool in de hervormde gemeente van Dirksland.
Eén van de bekendste predikanten uit het verleden die deze hervormde gemeente gediend hebben, is ds. J. van der Kemp. Hij volgde ds. J. Fruytier op die van 1688-1698 predikant van Dirksland was en als één van de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie bekend staat. Ds. van der Kemp is bekend worden om zijn catechismusverklaring: ‘De christen geheel en al eigendom van Christus in leven en sterven, vertoont in drieënvyftig predikatiën over de Heidelbergschen Katechismus’. Dirksland was Van der Kemps enige gemeente. Hij werd er in 1692 bevestigd. Op 17 november 1718, tijdens een preek over 1 Petrus 4:11a, zakte hij op de kansel ineen. Even later overleed hij in zijn woning, nog maar 54 jaar oud.
 
De lagere school doorliep ik op de plaatselijke Prins Mauritsschool. Daarna volgde de HAVO aan de Christelijke Scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis. Daar leerde ik ook mijn vrouw kennen. Zij is geboren en getogen in Middelharnis.
Aanvankelijk zou ik mijn vader als boer opvolgen, maar de weg liep anders. Na het behalen van mijn HAVO-diploma ging ik in 1984 naar PABO ‘De Driestar’ in Gouda, waar ook mijn vriendin studeerde. Beiden brachten we door op het bekende internaat; zij op etage 3 en ik op 7.
Op 12 april 1987 deden we samen belijdenis in de hervormde gemeente van Middelharnis, nadat we de belijdeniscatechisatie gevolgd hadden bij ds. P.H. van Trigt.
Als jong leefde het verlangen in mijn hart om iets te mogen betekenen in Gods Koninkrijk. Aan het eind van mijn PABO-opleiding wist ik me duidelijk door de Heere geroepen om predikant te worden. De tekst die ik meekreeg na mijn ja-woord in de belijdenisdienst had hierin ook betekenis: ‘Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.’ (1 Thessalonicenzen 5:24). Aangezien we zouden gaan trouwen en als er kinderen mochten komen ik de kost zou moeten verdienen, besloot ik de deeltijdopleiding theologie in Utrecht te volgen.
 
Na het behalen van mijn PABO-diploma moest ik in militaire dienst. Het schoolbestuur van de scholen met de Bijbel in Staphorst, waar mijn verloofde al werkzaam was, had een tekort aan mannelijke leerkrachten. Ik kreeg uitstel van de vervulling van de dienstplicht en kon in juni 1988 als leerkracht beginnen op de Willem de Zwijgerschool in Staphorst waar meester J.H. Koppelman directeur was (en nog steeds is). Na voor het vierde jaar uitstel te hebben aangevraagd, kreeg ik vrijstel van dienstplicht.
Op 21 oktober 1988 zijn we getrouwd en is ons huwelijk kerkelijk bevestigd in de Hervormde Kerk van Middelharnis, waar we ook belijdenis hadden gedaan. Ds. D. Breure gaf ons als trouwtekst de woorden uit Exodus 33:21m mee: ‘Zie, er is een plaats bij Mij.’
 
Na de zomervakantie in 1988 ben ik gelijk begonnen met de tweejarige studie klassieke talen, Latijn en Grieks, aan het Hervormd opleidingscentrum (HOC). Deze vooropleiding werd gegeven in een universiteitsgebouw aan het Janskerkhof in Utrecht. Hier werd ook door de Universiteit Utrecht de deeltijdopleiding theologie gegeven. Na twee jaar klassieke talen te hebben gestudeerd, begon de zesjarige theologiestudie. Mijn hoofdvak werd Nieuwe Testament en het bijvak godsdienstpedagogiek. Hierna volgde de driejarige kerkelijke opleiding – eveneens in deeltijd - van de Nederlandse Hervormde Kerk.  Mijn doctoraalscriptie Nieuwe Testament onder de titel ‘Laat de kinderen tot Mij komen’ was een exegetische onderzoek van het ‘Evangelium Infantium’ uit Markus 10:13-16 en parallellen. De scriptie voor de kerkelijke opleiding ‘En bij de huizen’ ging over de eigen aard en de waarde van het systematische huisbezoek in het pastoraat op de grens van de eeuwwisseling.
 
Met grote dank aan de Heere mocht ik in augustus 1999 de theologiestudie en het kerkelijke examen met goed gevolg afronden en na het colloquium beroepbaar gesteld worden. In eigen kracht is een deeltijdstudie naast een volledige baan in het basisonderwijs en een druk gezin onmogelijk. Om wat ervaring op te doen gaf ik ook nog catechisatie in Rouveen en Oosterwolde.
Tijdens de Staphorster periode woonden we in een woonboerderij aan Oude Rijksweg 290, net in Rouveen. We ontvingen in die periode uit Gods hand vijf kinderen: Hanneke (1989), Gerhard (1991), Matthijs (1992), Christian (1994) en Elsbeth (1997). Toen Christian bijna een jaar oud was, is hij op de avond van Tweede Kerstdag 1994 door een virus plotseling ernstig ziek en gehandicapt geworden. In deze moeilijke tijd hebben we iedere keer de hulp en nabijheid van de Heere mogen ervaren. Hij gaf ook kracht om naast de zorg voor Christian en de anderen kinderen, het werk op school, de theologiestudie te blijven volgen.
In de Zeeuwse periode zijn er nog vier kinderen geboren: Jacomijn (2000), Bartjan (2003), Stephan (2004) en Rosalien (2006). Ons zorgenkind Christian is op 20 december 2003 in Sirjansland vrij plotseling overleden en daar ook begraven. Enkele kinderen zijn inmiddels getrouwd en woonachtig in Putten (Hanneke & Rutger met Jesse (2017) en Loïs (2019)), Woudenberg (Matthijs & Tamara en Matz (2019) en Lina (2021)) en Hagestein (Jacomijn & Gerbert). Gerhard en Elsbeth wonen in Ede,